Origineel gepubliceerd op LinkedIn op 24 februari 2021. Link naar het origineel
Met minder dan een maand te gaan voor de Tweede Kamerverkiezingen is het land weer traditiegetrouw in rep en roer. Vanwege de nu iets meer dan een jaar oude coronacrisis (nog gefeliciteerd trouwens) gebruiken de partijen een net wat andere verdeling van communicatiekanalen om de zwevende kiezer te beïnvloeden, maar voor de rest is het een verkiezingstijd als alle andere.
Wat me vooral opvalt zijn de stemadviezen van de media in mijn linkse rebellenbubbel de afgelopen week. Arjen Lubach beet het spits met af met zijn aflevering over de digibetocratie, waarin hij stelde dat hoewel ICT-systemen steeds meer de dienst uitmaken in onze landsbesturing, Kamerleden nog altijd schrikbarend weinig basiskennis hebben van hoe ICT werkt. Arjen riep op tot een voorkeursstem op een kandidaat-Kamerlid die op z’n minst de zin van de onzin kan scheiden op ICT-gebied. Gezien ik vrijwel uitsluitend nare gevoelens krijg van de nieuwsberichten over datalekken en volledig-uit-budget-gelopen projecten, kan ik niet anders dan het hier hartgrondig mee eens zijn.
Ook druktemaker Pieter Derks kwam afgelopen week met advies in zijn wekelijkse radiocolumn. Hij stelde namelijk dat de Kamer geen goede afspiegeling is van het volk omdat het overgrote merendeel ervan hoger opgeleid is. In een liefkozende tirade beschreef Pieter dat als je verwarming stuk is, je niet een onderzoekscommissie instelt en de meningen van je familieleden gaat inventariseren, maar een monteur belt. Zo mag er in de Kamer ook wel wat minder eindeloos worden gepraat en wat meer worden doorgepakt, en dus moeten we allemaal stemmen op een praktisch opgeleide kandidaat. Dank Pieter, we nemen het mee.
In een interview met de Correspondent roept Zaïre Krieger, journalist en BLM-activist, op om te stemmen op een kandidaat van kleur, omdat betere vertegenwoordiging in de Kamer een eerste stap is in het ontmantelen van institutioneel racisme. Als witte man vind ik het zelf af en toe best lastig om me te verplaatsen in de leefwereld van zovelen die er dagelijks mee te maken krijgen, maar dat is precies het punt. Als niemand in de Kamer echt begrijpt wat voor problemen er spelen, dan komt het nooit verder dan een ongemakkelijk gesprek bij het koffieapparaat.
Verder mag de LHBTI-categorie (ik wil ze niet in een hokje duwen maar het rijmt zo leuk) ook wel meer aanwezig zijn in het politieke debat en zou ik het persoonlijk ook erg fijn vinden als Den Haag eens gaat begrijpen dat de energietransitie meer is dan het lukraak bouwen van windmolens en zonneparken, gezien klimaatverandering nog steeds de allergrootste uitdaging voor de mensheid de komende decennia is.
Kortom, als je écht goed wilt zijn voor de wereld, breng je volgende maand jouw stem uit op een digikundige, praktisch opgeleide, zwarte biseksuele energie-expert. No pressure.
Oh, en dan moet het vast óók nog een vrouw zijn… maar die hebben toch helemaal geen verstand van ICT?